BERLINAALTJE 7. Rieth
BERLINAALTJE
7. RIETH
Rieth, een dorp verzonken in de Oost-Duitse polders en aanschurkend
tegen de grens met Polen.
Land dat vroeger verscholen lag achter het IJzeren Gordijn -
maar zowel toen als nu op gezichtsafstand, aan de overkant van een van de vele
inhammen die uiteindelijk leiden naar de ‘Ostsee’.
De weg erheen - 200 km ten noordoosten van Berlijn – voert doorheen
een landschap van bossen en weiden.
Het dorp zélf loopt uit op een klein haventje – waar de
mooie houten aanlegsteiger vervangen werd door een kale betonnen loopbrug. Aan het uiteinde liggen twee platbodems met
een bungalow – door onze gastheer misprijzend weggezet als “schwimmende
Garagen für Touristen”.
Rieth is ook het toevluchtsoord van – laten we hem Dietrich noemen.
Dietrich kwam er de rust zoeken, en verbouwde de oude dorpsschool tot B&B.
Dietrich overleed eind 2021.
Zijn broer kwam thans over uit Zweden om de sindsdien
leegstaande ‘Alte Schule’ op te ruimen, en kandidaat-kopers te zoeken
voor het gebouw.
Beide broers maakten
deel uit van een groep jeugdvrienden uit Düsseldorf - groep waarvan de leden zijn
uitgezwermd.
Enkelen verhuisden
naar West-Berlijn, in de 80er jaren ‘the place to be’ voor jongeren uit
West-Duitsland.
Anderen weken uit naar
het buitenland – dichtbij naar België of Zweden, veraf tot in Nieuw-Zeeland.
Elk van hen is
sindsdien zijn of haar weg gegaan – en het lot was voor de ene al gunstiger
gezind dan voor de andere, zoals dat gaat in het leven.
Rieth is aanleiding
voor een beperkte reünie van een viertal van hen.
Allen zijn ‘op
rijpe leeftijd gekomen’, zoals men dit genoegzaam noemt.
Het weerzien is
hartelijk – niettegenstaande de verstreken jaren en de soms maar sporadische
contacten.
En vrij vlug barsten
rond de grote houten tafel de anekdotes uit een vér verleden los.
Over de reis naar Frankrijk
in een oude Renault van een van hen, die defect viel nog vóór Parijs.
Of over een andere
reis via Luxemburg, met de ontmanteling van de auto door de toen nog
Luxemburgse douaniers –overtuigd drugs te vinden bij het langharig tuig in die
oude R4. Drugs die er niet waren.
En hoe alles tot
verwondering van de douaniers zorgvuldig uitgespreid werd op een groot laken –
zorgvuldigheid die echte douaniers helemaal niet verwachten van hun
gebruikelijk cliënteel.
Het voormalige
schoolgebouw ademt nog steeds de aanwezigheid uit van haar laatste bewoner.
In de kleine veranda
dienstig als kantoortje, liggen nog de plannen dienstig voor de verbouwingen,
die Dietrich als schrijnwerker volledig zelf deed.
De handgeschreven
zelfklevers met de diverse richtlijnen voor de gasten hangen nog aan de muren.
Op de eerste
verdieping 6 perfect ingerichte slaapkamers, die zomaar opnieuw in gebruik
kunnen genomen worden.
Dietrich zélf woonde
vrij krap in het bijgebouw, terwijl er toch alle ruimte was in de Alte Schule
zelf.
Maar de zolder van
het bijgebouw blijkt verrassend ingericht als ‘hooizolder’ met 6 hooibakken bestemd
voor schoolgroepen.
Het idee bleek in te
slaan: jongeren uit de 21° eeuw blijken zeer vatbaar voor de romantiek van het
slapen op een bed van hooi – bedstede die slechts de oudsten onder ons zich nog
herinneren uit een zeer vér verleden.
Achter de gebouwen
een weide, dienstig als kleine camping.
Aan de buitenmuren
hangt nog de tarieflijst, hoewel er sinds twee jaar geen gast meer werd
geregistreerd.
Dietrich is begraven op het kerkhof van het dorp. Een hoogstpersoonlijk graf – met als grafschrift het Steine-Lied van Wolf Biermann - lied dat wellicht uitdrukking geeft aan de laatste jaren van de overleden vriend:
Steine Steine Steine, mein Lieb, und Steine
All meine Wahrheiten sind mir ja
Steine geworden:
Steine im Weg und
Steine in der Kehle und
Stein auf der Seele und
Stein in der Brust, in den
Leeren, den wehrenden Händen:
Steine Steine Steine, mein Lieb, und Steine
Stenen, stenen, stenen, mijn lief, en stenen,
Al mijn overtuigingen zijn immers
Versteend
Stenen op mijn weg en
Stenen in de keel en
Stenen op mijn ziel en
Steen in mijn borst, in de
Lege, de afwerende handen:
Stenen stenen stenen, mijn lief, enkel stenen
De vier vrienden staan voor het graf. Iedereen denkt terug aan de tijd van toen. Met enige weemoed, ja.
Maar verwonderd en blij dat de vriendschap 50
jaar heeft overleefd.
En dat is een ongelooflijk gevoel.
Reacties
Een reactie posten